Onlangs leerde ik dat vrouwen mannen voor een niet onaanzienlijk deel quoteren op basis van de broeken die ze dragen.
Even de context: zit ik op een avond met wat dames aan tafel, gaat het gegarandeerd over mannen. Die worden genadeloos gefileerd. De laatste keer ging het over hun broeken. Ze schijnen het dan niet over mij te hebben. Want dan verwacht je toch wat meer gêne. Zo van: “effe opletten, meiden, er zit er hier wel eentje bij.” Niks daarvan. Ze slachten integendeel het mandom onverdoofd voor mijn ogen af. Alsof het een andere soort betreft. En mij dat niet deert. Ik tracht te begrijpen waarom ze dat doen. Want uiteraard doet het pijn. En dan hoop ik dat ze ooit zeggen: “Joost, natùùrlijk gaat het niet over jòu, jij hebt immers klàsse, en dat weet jij goed genoeg, spetter.” En dan een vette knipoog. Zou dit nu teasen zijn?
Helemaal verbazend vond ik die broekenkwestie niet. Broeken zijn mijn hele leven al een thema. En voorwaar: de broek als teken van eigenheid, identiteit, inborst, individualiteit, karakter, personaliteit. Het was ten huize vaak een punt van discussie. Reeds als kleuter wrongen me bijvoorbeeld die low-rise, nietsverhullende sponzen broekjes, die vandaag aanstootgevend zijn. Wat zou mijn toenmalige geliefde wel denken? En nog: onder het voorwendsel van ‘thuis doe je je goede kleren uit’ droeg ik mijn ganse jeugd àltijd Adidas-broekjes, de sportshort met de zijstreepjes. ’s Winters werd dat de joggingbroek, het pofmodel met die rekkers onderaan. Ongetwijfeld hield ik daar mijn trauma aan homewear aan over.
Broeken waren inderdaad ook voor mij hét classificatie-instrument: klasgenootjes deelde ik - even onverbiddelijk - in naar broeklengte, pijpbreedte, stofgesteldheid, materiaal en kleur. Daar scheen niks mis mee, immers volwassenen, nonkels, tantes, deden zo ongeveer hetzelfde met mij: vaak ging het eerste wat ik na een begroeting te horen kreeg over mijn broek. En dat was altijd mis: je broek zakt af, je broek spant, je loopt op je pijpen, je broek is te kort (water in je kelder), je broek staat open, je hemd hangt uit je broek, je hebt een valse plooi in je broek, je knieën staan in je broek, je broek is verrimpeld, je broek is afgesleten, je hebt achteraan een zak in je broek. Het klonk altijd alsof de rest er dan niet meer toe deed.
Pas veel later begreep ik het belang dat aan die broek werd gehecht. Want de broek blijkt, naast dus tamelijk belangrijk bij de keuze van de seksuele partner, bijna identiteitsbepalend. Een soort van ‘toon mij je broek en ik zeg je wie je bent’. De kleur vertelt daarbij alles. Bij wit is de boodschap meteen helder: die schreeuwt heeeey, let’s party, let’s fuck, yolo, ready to rumble! Maar evengoed zet die kleur je nu en dan op het verkeerde been. Want niet het opgeruimde type draagt de vrolijke gele, rode of bruine jeans, wel de doemdenker, de activist, àltijd verbouwereerd over hoe slecht de wereld het stelt, de moeilijke mens. Soms is het lastiger: marineblauw en bordeaux zeggen eigenlijk … niks. Maar ook de fit is erg bepalend: ik vernam op dat avondje over een perfect uitziende man die zonder pardon een no go werd vanwege zijn skinny’s. En, altijd zwaar onderschat: de stof!
Daarom draag ik vanaf nu ribfluweel. Tapered fit, gedurfd, eigenwijs, stijlvol. Corduroy, dat klinkt beter. Weg van de chino, de totale ommezwaai! En nu maar afwachten of dat mannenkeuren in mijn bijzijn stopt. Le Joost nouveau est arrivé. Het volgende is een klok om mijn pols.
Vind je deze blog wel wat hebben? Geef hem onderaan een hartje!
Delen op Facebook of Twitter kan ook: klik op de knop linksonder en klaar. Wil je graag reageren? Dat kan beneden op deze pagina (opgelet: je reactie is zichtbaar).
2022, 4 december, Brussel (Sint-Katelijneplein, kerstmarkt) (België). Foto: Truus Elli.
Uitgelezen? TELKENS ALS JE NAAR ONS KOMT, mijn single, luister je op Spotify, kijk je op YouTube of koop je in de iTunes Store (99 cent).
Dag Joost, allemaal goed en wel maar wat zijn de meningen over regular zwarte event blauwe jeans broeken?