top of page
Foto van schrijverJoost Elli

Nobody wants to read your sh*t

Kessel-Lo, 20 mei 2022


Beste Koen


Het aantal lezers van onze stukjes daalt week na week. Bij mijn laatste blog waren ze nog met tweeëntwintig.


Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Afgelopen zondag nog voegde een bekende schrijfster zich als abonnee aan mijn site toe. Daarmee heb ik drie auteurs en een journalist op mijn leeslijst staan. O ja, en ook nog de uitvinder van een succesvolle keten gehaktballenrestaurants, misschien ben ik daarmee wel het blijst. Plus de overige vierentwintig hondstrouwe lezers, ik zou afbreuk doen aan mijn waardering mocht ik ze hier niet vermelden. Niet slecht na twee jaar week in week uit bloggen. Je hoeft geen rekenwonder te zijn om vast te stellen dat zelfs niet alle leden mijn recentste column lazen ...


Ik kan niet zeggen dat het jou wèl voor de wind gaat, Koen. Je mag dan net als ik je plekje op Aanlegplaats hebben verdiend, die ‘thuishaven voor blogs vol literair talent’, het brengt je voorlopig geen ene lezer méér op. Het is niet anders. “Ik zou nog weleens een succesje hier of daar kunnen gebruiken,” zei je onlangs, je had het over het feit dat je moegetergd bent, vanwege dat leven, hier, op aard. Het feit dat je je manuscript van je briljante boek aan geen enkele uitgever krijgt gesleten valt erbij in het niets. Sleur is moordend.


De vraag is welke vorm van succes we najagen. Ik hoef niet zonodig de bekendheid. Heel wat beroemdheden denken met heimwee terug aan hun onbekommerde leventje van weleer. Natuurlijk is erkenning prettig. Het zou belachelijk zijn mocht ik stellen dat het aantal lezers er niet toe doet. Daarin zit ‘m een schijnbare tegenstelling: nogal wat mensen weten wat ik doe. Alleen lezen ze me niet. Misschien ligt het aan de thema’s. Nu en dan gewaagd, cheeky noemde iemand het, en dan kosten ze me volgers. Ik maak me niet populair. En waarom zou iemand mij blijven lezen als ik hem of haar niet langer lig? Àls die al een blog wil lezen, ik vraag het me soms af, zijn er meteen honderd alternatieven voorhanden.


Citeren verveelt gauw. Toch kan ik in deze niet om Seth Godin heen, een Amerikaans auteur die met The Practice: Shipping Creative Work een even nuttig als verwarrend boek maakte. Dat gaat maar over een ding: namelijk het onvermijdelijke pad van het doen, de praktijk, de oefening. Hij vraagt zich af waarom je je werk zou publiceren? Het antwoord: anders is het een maat voor niks. “Je bent namelijk een ‘maker’,” onderbouwt hij, “je wil dingen ‘verbeteren’. Het is niet zomaar een hobby, het is je ‘werk’, niks te muze of excuses.” Die kaart trekt hij de hele tijd: je wil als ‘kunstenaar’ ‘verbeteren’. Daar valt wat voor te zeggen. Alleen is het de vraag of ik degene ben naar wie ze gaan luisteren. Ik kan het ze niet eens verwijten, ik erger me zelf blauw aan 'opiniemakers'. Schrijven en lezen zijn een transactie. De lezer geeft de schrijver zijn uiterst waardevolle tijd en aandacht. Aan de schrijver dus om iets terug te geven dat dat geschenk waard is. Gebeurt dat onvoldoende, haakt die lezer af. Zo simpel is het.


Je zou denken dat het dus gewoon een kwestie is van goed te zijn. En in termen van succes ben ik dan niet goed genoeg. Toch kan je je bij nogal wat geldende voltreffers vragen stellen — gelukkig wordt écht goed werk ook gelauwerd. Bij wijze van voorbeeld: van Evi Hanssen (Sinds ik niet meer drink) en Stephanie Coorevits (Handleiding voor de single) las ik geen boek uit: uitgesmeerde Flair-columns, allerminst virtuoos geschreven. Mijn mening, men kan mij natuurlijk verwijten lectuur te kiezen die helemaal niet voor mij is bedoeld. Toch scoren die titels. Dat heeft natuurlijk met de dankbare thema’s te zien. En het zijn uiteraard twee bekende, zeer aantrekkelijke vrouwen. Daarop dus, teren die verkoopcijfers. Want de inhoud is ronduit flinterdun.


Met een eigen plek op het web zit niemand achter je veren aan. Je bent je eigen baas en of er nu twee of tweeduizend mensen je weten te vinden, het maakt geen ene moer uit. Misschien dat in het laatste geval adverteerders geld ruiken. Maar, laten we er niet omheen draaien: aan het eind wil je toch worden gelezen. Even terzijde: wie op YouTube naar mijn Happy Little Accidents-liedje luistert (mijn Bob Ross-hymne), moet eerst langs een advertentie én ziet doorheen het filmpje een banner: ik ben apetrots! Dit is een teken van succes, Koen!!


Het uitgangspunt van Seth Godin doet me hovaardig aan. Maar stemt wel tot nadenken. Misschien wil ik met mijn schrijven inderdaad wel dienen, aankaarten. En dan is wat hij The Practice noemt het enige wat ik kan doen: steeds weer, in de stemming of niet, bij wijze van commitment aan mezelf. Want per slot van rekening is het enige waar ik echt controle over heb datgene wat ikzelf maak. Dus blijf ik maar dingen maken, zonder zien en zonder de vraag te stellen of het deze keer misschien wel zal lukken. ‘De praktijk’ brengt mij waar ik wil zijn. Er is geen beter pad.


Dus, Koen: just keep going.


Zoals steeds genegen.


Je kozijn

Joost.



Vind je deze blog leuk? Geef hem onderaan een hartje! Delen op Facebook of Twitter kan ook: klik op de knop linksonder en klaar.

2022, 11 april, Leuven, Grote Markt (België). Foto: Bart Cloots.


Aanlegplaats, de thuishaven voor blogs vol literair talent: aanlegplaats.blog, FB/IG: @literaireblogs/@literaireblogs.

Koen Vandenborre op Aanlegplaats bekijk je hier. Meer van Koen op koenvandenborre.be.

Ikzelf op Aanlegplaats bekijk je hier.


Seth Godin (sethgodin.com, FB/IG: @sethgodin/@sethgodin), The Practice: Shipping Creative Work op Goodreads. Ik luister het boek steeds weer als audiobook, o.m. hier te koop in de Apple Audiobook Store.

73 weergaven

Gerelateerde posts

Alles weergeven

コメント


bottom of page