Kessel-Lo, 11 februari 2022
Dag Joost
Ik wil iets met je delen waar ik lang niet meer aan heb teruggedacht. Niet dat ik het had verdrongen, het bleek gewoon bedolven onder de jaren, het lot van zoveel herinneringen. De aanleiding was banaal. Tijdens winteravonden kijk ik graag naar een film met weidse landschappen. Ik vermoed dat het mijn manier is om te ontsnappen aan de claustrofobische donkere dagen, eigen aan dit seizoen. Met The Straight Story (David Lynch - 1999), The Revenant (A.G. Iñárritu – 2015) en als laatste Brokeback Mountain (Ang Lee – 2005) opende ik mijn LG ’65 inch venster telkens enkele uren om weg te dromen bij de desolate vrijheid en ruwe schoonheid van de Noord-Amerikaanse natuur. Het had op mij het effect van een madeleinekoekje. De herinnering bleek zo hardnekkig als een coronavirus en dus zat er niets anders op dan het van me af te schrijven. Ik weet dat ik bij jou een lezend oor zal vinden.
Ook ik heb me wel eens ongemakkelijk gevoeld in het lichaam waarin ik ben geboren. Mijn elfjarige ik lag in de knoop met zichzelf. Vandaag zou men zeggen dat ik me niet identificeerde met wat in de spiegel te zien was. Wat ik zag was een pezige sportieve jongen met een bleke huid, kort geknipte haren en een brutale glimlach. Alleen, zo voelde ik me niet. De laatste jaren is het taboe hierrond langzaam aan het verdampen, maar toen was er voor dergelijk vrijdenken geen plaats. Traditie, Geloof en Aanvaarding werden nog met een hoofdletter geschreven. We werden opgevoed door ouders die den Oorlog hadden meegemaakt en grootouders die er zelfs twee op hun palmares hadden staan. Een mens kon zich maar beter schikken in zijn lot. Al de rest was aanstellerij en hoogmoed. Wie toch buiten de lijntjes kleurde, had best een stevige gom bij de hand.
Vandaag is dat wel even anders: Kunnen zijn wie je bent is het credo van deze tijd. Sommigen vinden dat een kwalijke zaak, aan de natuur moet je niet morrelen, je laat de geest passen op de mal, niet de mal op de geest. Anderen zien de toekomst dan weer hoopvol tegemoet, een toekomst waar je je identiteit – hoe tijdelijke of gecompliceerd ze ook mag zijn – kan beleven zonder spottende blik of moraliserende tirade te moeten verduren.
Maar genoeg over vandaag, terug naar de spiegel en de elfjarige jongen met zijn onuitgesproken twijfels en verlangens. Het was natuurlijk niet een en al frustratie. Zoals altijd zoekt en vindt een mens manieren om zich uit te drukken volgens zijn aard. De drang is gewoon te sterk. Uit de verkleedkoffer duikelde ik kleding en een pruik met vlechten op, aan hippieachtige accessoires en sierraden was er dankzij de jaren 70 geen gebrek. Make-up was moeilijker te vinden, maar met waterverf kwam je al een heel eind. Op woensdagnamiddag speelde ik in de tuin, of als het even kon bij mijn goede vriend Bert waarin ik een zielsverwant had gevonden. We voelden mekaar aan, begrepen mekaars diepste verlangen. We koesterden beide namelijk dezelfde droom.
Die droom was om als indiaan door het leven te gaan. Niet de bordkartonnen Disneyfiguur, de stereotype wilde uit de Karl May boeken, de clichéroodhuid van de verjaardagsfeestjes. Nee, waar wij van droomden en waar we ons helemaal mee identificeerden was de authentieke natuurmens, de spirituele maar geharde buitenmens die leefde van en met de natuur, die er deel van uitmaakte net zoals de bizon, de wolf en de adelaar. We kochten encyclopedische boeken, verzamelden alles over het onderwerp wat we maar konden vinden, maakten wapens en kleding na, leerde enkele woorden Sioux, kropen in zweethutten, speelden rituelen na en ruilden ons rooms-katholieke geloof in voor het animisme en sjamanisme, allemaal in de hoop ooit als Lakota (Sioux), N’de (Apache) of Neme-ne (Comanche) wakker te worden.
Het mocht niet baten. In de spiegel bleven we onze bleke reflectie zien en niet de gedroomde gebronsde krijger met de edele trekken en het ravenzwarte haar. De droom bleef bij een fijne onderdompeling in de geschiedenis en cultuur van de oorspronkelijk bewoners van Noord-Amerika. De jaren gingen voorbij, de ambities werden bijgesteld en de herinneringen raakten bedolven onder de jaren.
– Onlangs liep ik op de parking van een supermarkt Bert tegen het lijf, hij bleek de droom nooit te hebben opgegeven, sterker nog – hij had hem waargemaakt. Bert was een natuurmens geworden, had in Canada stammen bezocht en vervolgens als avonturier heel de wereld als zijn achtertuin bezocht. Vandaag is hij Rewilding Lifestyle Coach en heeft hij (in mijn ogen) zijn transitie naar indiaan afgerond.
Ikzelf denk met plezier terug aan mijn dagen als aspirant-indiaan. Ik zou het zo opnieuw doen. Al vraag ik me af of het vandaag nog zou kunnen. Begin jaren 80 was er nog geen sprake van culturele toe-eigening. Een jongen van elf kon toen nog gewoon dromen van indiaan zijn en met veren, roodgeverfde wagen en een houten tomahawk op straat lopen.
Uch!
Je bloedbroeder, Koen
Vind je deze blog leuk? Geef hem onderaan een hartje!
Deze blog delen op Facebook of Twitter? Klik op de knop linksonder en klaar. Een commentaar op de sociale media toevoegen is ook altijd fijn.
1999. Foto: Kat Lauwers (FB/IG: @Wool for Millicent/@woolformillicent, woolformillicent.com)
Meer over Bert Poffé 🏕 Explorer 🔥 Rewilding Lifestyle Coach 🐾 Hunter-gatherer 🌍 Storyteller 🦉 Ranger op bertpoffé.com (FB/IG: @Bert.Poffe/@bertpoffe) en op rewildingdrum.be (FB/IG: @rewildingdrum/@rewildingdrum).
Meer van Koen op koenvandenborre.be.
コメント