Nu en dan kondig ik een kijktip-stop af. Want je kan er vergif op innemen: noem iemand een fijne televisiereeks en je krijgt meteen drie aanbevelingen terug. Ik krijg er FOMO van.
Iemand becijferde het: mocht je alle content van Netflix in één ruk willen bekijken kom je met een mensenleven niet toe. Er is eigenlijk geen tijd om niets te zien. Boeit een serie na dertig minuten niet dan swipe ik naar de volgende. Doorpakken, want wie weet wat voor lekkers serveren ze volgende week. Gelukkig is er de sociaal aanvaarde drug die bingewatchen heet, tegen verhoogde afspeelsnelheid desnoods en met overgeslagen intro, nochtans de perfecte sfeersetting die vaak het feuilleton overleeft (met Hill Street Blues voor altijd op 1). Zo ontstaat een soort van vluchtig kijken naar een topproduct, haute cuisine die als fastfood wordt gegeten.
Het dermate grote (en goede) reguliere aanbod maakt verdiepen lastig: wat moeilijker te begrijpen is, aandacht vraagt, ergens op een nevelig lineair tv-kanaal, delft snel het onderspit voor de volgende must-see op de streamingdiensten. Iets twee maal bekijken zit er niet meer in. Ik mis die toewijding.
Dat ik niet alleen ben zie je in het bestaan van de slow movementcultuur, met onder meer slow reading en Slow Art Day als exponenten. Geheel nieuw zijn die ideeën niet, het zou iets te makkelijk zijn de vluchtigheid af te wentelen op millennials en gen Z’ers. In mijn jonge jaren al (ik ben een gen X‘er) bracht Jekino, een samentrekking van ‘jeugd’ en het totaal in onbruik geraakte woord ‘kino’, als tegengif voor de oppervlakkigheid, op zaterdag tieners in een aftandse schoolbioscoop bij elkaar om een film te bekijken en hem daarna te bespreken. En veel eerder, in 1972, maakte de excentrieke kunstcriticus John Berger Ways of Seeing, een baanbrekende reeks over hoe naar kunst te kijken, die er in feite uit bestond er uitgebreid de tijd voor te nemen en op de details in te zoomen: kijken als een actief proces, van aandacht en interpretatie. Het is dus een oud zeer: alle tijd die we wonnen vanaf de industrialisatie vulden we niet op met gemak maar met de stress van méér. En er schijnt geen einde aan te komen.
Volgens onderzoek besteden mensen minder dan dertig seconden aan het kijken naar een kunstwerk. Tijdens Slow Art Day duurt dat verplicht tien minuten. En belangrijk: er is niks blasé aan. “De belangrijkste ontdekking die ze doen is dat ze kunst kunnen zien en beleven zonder noodzakelijke kennis,” zegt oprichter Phil Terry erover.
Wanneer ik nu in een museum kom (dat gebeurt niet zo vaak, maar het klinkt goed) ben ik voorbereid. In de plaats van rond te hossen maak ik op voorhand uit welk werk ik wil zien. Dat deed ik afgelopen jaar met Gezicht op Delft van Johannes Vermeer. Ik zou kunnen vertellen wat ik zag, lyrisch doen, analyses maken, vergelijken. Het doet alleen maar afbreuk en is van geen enkele tel. Ik houd het op wat ik tegen mijn dochters zei: “Lang geleden dat ik zo nog heb gekeken.”
In mijn rug hing het Meisje met de parel. Een goed jaar later pakten enkele klimaatgekkies haar met lijm en tomatensaus flink aan. Hou die jongens nog even in de cel. Met een schilderij aan de muur. Laat ze een paar dagen gewoon kijken. Misschien is het dat wat hen in hun leven ontbreekt.
Vind je deze blog wel wat hebben? Geef hem onderaan een hartje!
Delen op Facebook of Twitter kan ook: klik op de knop linksonder en klaar. Wil je graag reageren? Dat kan beneden op deze pagina (opgelet: je reactie is zichtbaar).
2021, 31 augustus, Den Haag (Mauritshuis) (Nederland). Foto: Truus Elli. Schilderij: Meisje met de parel van Johannes Vermeer (circa 1665-1667).
De reeks Ways of Seeing van John Berger (4 afleveringen) kijk je hier integraal op YouTube.
Meer over Slow Art Day (volgende editie: 15 April 2023) en slow reading (o.a. in Leuven).
Bekijk hier de allermooiste televisie-intro ooit, die van Hill Street Blues (very eighties). Of luister op Spotify.
Nog meer mooie muziek? TELKENS ALS JE NAAR ONS KOMT, mijn single, luister je op Spotify, kijk je op YouTube of koop je in de iTunes Store (99 cent).
コメント