Ik erger me vaak aan vrijwilligers. Hoe ze zich met iets te veel gewichtigheid van hun taak kwijten, aan hun voorkomen, vaak sjofel, of met een hoed. Aan de andere kant: er is geen samenleving zonder vrijwilligers. Misschien moet ik dus minder denigrerend doen over parochianen, ziekenzorgers en kookouders. Ze dragen tenminste wat bij.
Heel anders dan dat toeterende volkje dat zich tijdens inspiratieweekends wentelt in esoterie en pseudospiritualiteit. Om vervolgens de rest van de week de wereld menen te kunnen verbeteren vanop een mat. Laat mij duidelijk zijn: meditatie en bij uitbreiding het boeddhisme zijn mij genegen. Alleen klinkt het af en toe iets te makkelijk. Als ik de dalai lama hoor denk ik weleens: dude, jij hebt makkelijk praten vanop jouw berg. Richt jij ook nog wat uit? Mediteren alleen is een maat voor niks.
De positieve psychologie vindt daarin een middenweg. Het is het domein van de coaches: ze kijken naar ontplooiing en manen cliënten aan tot ondernemen. Geen wildbreierij of andere wolligheid: actie! Uitgevers van zelfhulpboeken mikken op dat publiek: het zijn doorsnee mensen, handvatten zoekend bij hun aangeprate twijfel. Ze proberen zich staande te houden in een omgeving die voortdurend normen oplegt. Selfmade experten brengen boeken uit in elk denkbaar domein (met disciplines als clitkunde*), in zulk groten getale dat je jezelf onmogelijk nog gewoon kan vinden als je er niet af en toe een leest. Positieve psychologie is hip en overheden en bedrijven zetten op die happinesstrend in. Bij charitatieve gestes van bovenaf loont altijd de vraag: waarin zit hier voor hen de winst?
De filosofie van de positieve psychologie is: hoe kan jìj de beste versie van jezelf worden zodat jìj een gelukkig mens wordt. Niet de wereld, niet je dorp of je buurt: jìj. Dat stemt tot nadenken. Je zou kunnen stellen dat een hoop gelukkige mensen bij elkaar een gelukkige gemeenschap vormt. En dat het algemeen belang daarmee dus is gediend. Beleidsmakers plukken daar de vruchten van: gelukkige mensen zijn volgzamer, kneedbaarder. Niks zo vervelend als een volk dat mort. Maar de aanbevolen weg naar die staat van geluk is helemaal niet zo onschuldig. Er zit een ranzig kantje aan.
Waarschijnlijk leven optimistische mensen gelukkiger. En het idee dat optimisme aan te leren valt is wellicht niet verkeerd. Alleen schort er wat aan de ambitie: is gelukkig zijn het ultieme streefdoel? En wat is dat dan? Wanneer ben je gelukkig genoeg? Dat weten ook cashende geluksgoeroes en hun gevolg: het is een koe die nooit uitgemolken raakt.
De positieve psychologie stelt dat jijzelf verantwoordelijk bent of je gelukkig bent of niet. Vijftig procent zit in de genen, daaraan valt weinig te veranderen. Maar veertig procent, zeg maar de acties die je onderneemt en de gedachten die je hebt, heb je zelf in de hand. Geluk hangt dus vooral van jezelf af, van jouw denken en doen. Dat maakt het een louter persoonlijke kwestie. Dan is een logische bedenking: als geluk van mezelf afhangt, waarom zou ik me nog gaan engageren voor anderen, me bezighouden met medemensen? Exit de vrijwilliger, familie en vrienden. Nog krasser: volgens de positieve psychologie is slechts een tiende van ons geluk afhankelijk van levensomstandigheden en externe factoren: of je uit een kansarm milieu komt, een andere kleur hebt, een ander geloof, goede relaties … het is allemaal maar van heel weinig belang. Met andere woorden: als je niet succesvol bent dan heb je dat bijna uitsluitend aan jezelf te danken.
Het uitgangspunt is daarbij dat iedereen over die innerlijke bronnen beschikt. Maar wat dan met de mensen die er niet in slagen zich te verbeteren, doordat ze bijvoorbeeld zeer ernstige problemen hebben, een lichamelijke beperking, wérkelijk psychische problemen? Die vallen uit de boot. Er is een woord voor: meritocratie, de bepaling van je sociale status op basis van je prestaties. Nooit eerder werd wereldwijd zoveel geïnvesteerd in psychisch welzijn. Tegelijkertijd zitten er meer dan ooit mensen langdurig werkonbekwaam thuis. Dat is wat de positieve psychologie doet: wie niet in het leven slaagt rangeert ze met een gewettigde afwezigheid uit. ‘Je kunt als je denkt dat je kunt’ laat geen plaats voor zwakkeren. Dat, lieve vrienden, staat haaks op kunnen zijn wie je bent, 1 ploeg van 11 miljoen, gelijkekansenbeleid, l’étranger c’est mon ami …
Slechts inzetten op persoonlijke ontwikkeling en individuele actie, devalueert de o zo belangrijke collectieve actie. Een van de grootste lessen die ik leerde de afgelopen jaren is dat je gelukkiger wordt van af en toe iets voor anderen te doen. Wellicht een veel gezonder uitgangspunt zou zijn te accepteren dat het leven vol obstakels zit. En dat de kunst van een gelukkig leven is daar op een goede manier mee om te gaan. Het obstakel is de weg, het stoïcisme. Maar op dat ‘ondergaan’ bouw je geen geluksindustrie. Ik ga weer eens wat vaker chatten, met Ons Lief Vrouwke: simpel, ecologisch, gratis en 24/7 online. Haar gedacht is vragen. Dat is me godverdomme toch nogal een stuk gemakkelijker. En voor Haar ben ik altijd goed genoeg.
Vind je deze blog wel wat hebben? Geef hem onderaan een hartje!
Delen op Facebook of Twitter kan ook: klik op de knop linksonder en klaar. Wil je graag reageren? Dat kan beneden op deze pagina (opgelet: je reactie is zichtbaar).
2022, 1 oktober, Bierbeek (Zorggroep Sint-Kamillus, campus Krijkelberg) (België). Foto: Evrard Valvekens.
* It's all about the clit. Over de orgasmekloof, het vrouwelijk genot en clitkunde. (Lotte Sierens, © 2022 Borgerhoff & Lamberigts)
Meer weten over de geluksindustrie en de keerzijde ervan? Kijk dan naar de Telefacts-aflevering Iedereen verplicht gelukkig (gratis op VTM GO, DPG-account nodig).
Uitgelezen? TELKENS ALS JE NAAR ONS KOMT, mijn nieuwe single, luister je op Spotify, kijk je op YouTube of koop je in de iTunes Store (99 cent).
Het is met positieve psychologie zoals met sommige politieke (vaak rechts liberale) partijen...als je uit de boot valt, heb je het aan jezelf te danken.
Of zoals met een tumor. Nogal wat mensen zeggen tegen mij en mijn lieve lotgenoten I., L. en V. dat we moeten blijven vechten tegen de tumor/ kanker.
Alsof het aan ons ligt, of zal liggen als de tumor niet weggaat, wegblijft....Tja, je had maar harder moeten vechten...
We vechten niet tegen tumoren, we vechten om ondanks de tumor, de klotenevenwerkingen van de therapie en de impact op ons Leven en onze relaties al onze ballen in de lucht te houden!
Joost, wat deed je dat weer mooi!
Gezwellige groeten!