Luister de blog:
Misschien haalt er hier en daar wel iemand opgelucht adem nu Joris er niet meer is. Op de kop twee weken geleden legde die notoire grappenmaker op zijn zesenvijftigste het loodje. Het was zijn slechtste mop ooit.
Vooral in mijn puberjaren, de eighties met name, waren we hecht. Joris was de oudste van ‘de Borres’, twee neven en een nicht (Koen is bekend, Veerle berucht), precies even oud dan mijn broers en ik. Ik ben de jongste thuis, Joris was vier jaar ouder.
Het was zo met zijn periodes, dat ik er kind aan huis was. We deelden wel wat. Ik leerde van hen alledrie. Ik ben Joris schatplichtig. Ik had hem hoog zitten. En niet in het minst omwille van zijn ongelooflijk gevoel voor humor. Mijnheer D. praat erover mee.
Joris bracht mij de liefde voor de negende kunst bij. Hij introduceerde mij in de Franco-Belgische stripschool. De kwaliteit was wisselend: van het matige De Minimensjes en De Katamarom tot de briljante Mr. Kweeniewa en Geniale Olivier en dat maal haast eindeloos veel series, en Joris had ze allemaal en allen hadden ze die unieke charme waarin ik mij wentelde. Het stoerdere werk liet ik passeren: Alex, Tristan, Buck Danny, Lefranc, Trigië … niet mijn kopje thee, te ingewikkeld, maar dankzij Joris kende ik ze wel.
Je vermoedde het niet meteen, maar Joris gaf toen blijk van een gezonde seksuele appetijt. In die vrijmoedige jaren teerden nogal wat stripreeksen op heldinnen met grote borsten en Joris volgde ze, wellicht niet geheel toevallig, allemaal: de Biddeloo-jaren van De Rode Ridder, Bakelandt (Rooie Zita!) en Storm (Roodhaar!) om er slechts enkele te noemen. (Ik van mijn kant hield het bij de zedigere Fanny en Natasha). Toen het moment er rijp voor was liet de sloeber mij ook kennismaken met de boeken uit de Zwarte Reeks, een collectie erotische graphic novels avant la lettre. De meest broeierige liefdesverhalen verschenen in glanzend zwartwit, prachtig in beeld gebracht door rasauteurs als Crepax (Histoire d’O!), Manara (De schakelaar!) en Pichard (Carmen!). Grote kunst zowaar. En op die manier werd Joris, misschien niet helemaal gewild, in feite mijn ‘seksuele initiator’. De Zwarte reeks werd zo voor mij een inwijding in de pornografie. Heel andere koek dan die brave plaatjes in Playboy. Ik leerde trouwens van Joris dat in elke cover heel minuscuul het beroemde konijntje zit verstopt.
Het was in diezelfde tijd dat de seksindustrie de VHS-cassette tot een succes maakte en videotheken boomden. Joris was net oud genoeg om pornofilms te mogen ontlenen (meegegeven in een onschuldige doos met een Mickey Mouse erop — meteen wist iedereen hoe laat het was). Hij was bij mijn weten een van de eersten die thuis kopieën maakte en speelde die banden aan mij door. De steeds belezen Joris wist mij zo aan een keur aan pornosterren voor te stellen. Zonder Joris geen John Holmes (Boogie Nights kijken! — opgepast: dat is geen porno), Ron Jeremy of Traci Lords. Ook dat is algemene ontwikkeling.
Een bekendere reputatie die Joris met zich meedroeg was die van onverbeterlijke lolbroek. Die status kende een hoogtepunt toen hij en ik besloten mijnheer D. er eens grondig tussen te nemen. Zowel Joris als ik zaten in het middelbaar bij hem in de klas en mochten die man niet. Mijnheer D. liet zijn leerlingen voor het minste of geringste strafschrijven. Zijn ‘tweehonderd lijnen!’ waren een begrip. We zouden hem op onze manier eens flink terug gaan belagen. Halverwege de jaren tachtig piekten de postorderbedrijven. Kleinere bedrijven speelden daarop in met bestelbons in tijdschriften. Een vooruitbetaling hoefde niet (er was steeds de optie ‘ik betaal bij ontvangst’). Noem het op en we overdonderden mijnheer D. ermee: een afslankcrèmes, voedingssupplementen, bruinen zonder zon, ledergebonden Guust Flater-integralen. Eenmaal de smaak te pakken gingen we verder: een leningsaanvraag bij mevrouw Leemans, een kistje Saint-Émilion Grand Cru. Minder uitgekookt werd het toen we brieven schreven in naam van Le Monde à Venir, een fictieve sekte, die de belagingen opeiste. Mijnheer D. kon de praktijken enkel laten stoppen door ‘tweehonderd lijnen’ voor de deur van Le Monde te gaan leggen, op een verzonnen adres in Brussel. Nadat we een berg zand en een afvalcontainer voor zijn deur lieten droppen was de maat voor mijnheer D. vol. Zijn vrouw was er neurasthenisch van geworden. De man legde klacht neer tegen onbekenden. Op een blauwe maandag, 1985, mochten Joris en ik het gaan uitleggen bij de toenmalige B.O.B., vandaag de Federale Gerechtelijke Politie. We wisten een verschijning voor de jeugdrechtbank op het nippertje te vermijden en kwamen er vanaf met een berisping. We hebben het achteraf vaak tegen elkaar gezegd: die B.O.B.’ers moesten er toen in feite ook eens smakelijk om lachen …
Joris Vanden Borre. Hij was een mens om graag te zien. Hoe hij zich had weten te omringen in het laatste jaar van zijn leven, zegt alles. Sinds hij het genadeschot kreeg, goed vijftien maanden geleden, was hij vrijwel geen enkele dag meer alleen. Dat moet je verdienen. Misschien heeft het iets met de kracht van humor te maken. Want, wie zal het zeggen, heeft de grapjas zich in zijn laatste minuten wel stiekem doodgelachen.
Vindt u deze blog wel wat hebben? Geef hem onderaan een hartje!
Delen op Facebook of X kan ook: klik op de knop linksonder en klaar.
Wilt u graag reageren? Dat kan beneden op deze pagina (opgelet: uw reactie is zichtbaar).
Voor de meerwaardezoeker: lees hier meer over de Zwarte Reeks op Stripinfo.be. De boeken zijn helaas niet meer in druk maar wel nog vlot in tweedehands vindbaar (dat is met erotisch spul natuurlijk altijd wel een beetje een rare gedachte ...). Nu en dan worden verhalen uit de collectie heruitgegeven in verzamelband.
Samen met Joost De Rore realiseerde Joris nét voor zijn dood de voltooiing van hun boek STAG. Daarmee werd een droom vervuld. Lees meer en bestel hier (€30,00).
Uitgelezen? Luister hier op Spotify naar mijn nieuwe single Lisbethe Yes (rechtstreekse link naar song).
Comments