“Heb jij je broer nog gehoord?” Het was in de Colruyt dat ik een dame, een vijftigster, het aan de telefoon hoorde vragen. Het kon zowat alles betekenen.
Ik heb gelukkig een prima band met mijn broers. We zien mekaar weinig, leiden ons eigen leven, lopen de deur bij elkaar niet plat. Toch zijn ze erg aanwezig. Mijn moeder houdt ons bij elkaar, zij is de lijm. Het zijn de verjaardagen en een handvol feestdagen die ons lijfelijk verbinden. Dat is goed zo. We toasten dan met: ‘op ons’.
Bij mijn grootouders was het een open huis, de zoete inval. De ganse familie had een sleutel, weer of geen weer, altijd welkom. Er kon steeds worden meegegeten: “Hier is mijn portemonnee, ga halen waar je zin in hebt.” Mijn neven en nichten, nonkels en tantes, zijn meebepalend geweest voor wie ik ben. Wanneer de laatste grootouder het loodje legt is het vaak voorbij. Samen het leven vieren verandert in gedeelde rouw. De zaken nemen een keer: pas als de familie opnieuw een stukje kleiner wordt is het weer tijd voor ontmoeting. “Tot nog eens, hopelijk in betere omstandigheden!” Om mekaar weer te zien na een volgend overlijden. Een nicht vatte het de laatste keer na afloop van zo’n koffietafel treffend: zo, dat was het weer, tot op Facebook! Louis Paul Boon slaat de spijker bìjna op de kop: "Vreemd, dat je alleen familie bezit om ze te ontmoeten bij sterfbedden en begrafenissen."
Toch blijft er die betrokkenheid. Afgelopen week kreeg mijn peter een zwaar auto-ongeluk. Dat komt binnen. Wordt er iemand ziek wordt er voor elkaar gebeden, met elkaar gebeld, vaak via-via. We willen weten hoe het gaat. Het is de familieband die speelt. Het wringt wanneer er iets niet in de haak is. We zijn in gedachten bij elkaar.
Ik vraag mij af hoe het met mijn dochters, twintigers, zal lopen. De ene woont in Brussel, de andere halftijds in Mechelen. Zonder het goed en wel te beseffen is de oudste thuis weggetrokken. “Ik kom hier op bezoek.” Het is nu al aan de gang, we zien elkaar minder, omdat er belangrijkere dingen zijn te doen. Druk, druk, druk. Een bloedband is ook niet van staal. “Ik verwacht je op dat feestje,” zeg ik dan. Alsof ik nog wat af te dwingen heb. “Jullie peters, mijn broers, gaan er staan, mocht je het ooit nodig hebben. Zo zitten ze in elkaar. Jullie hebben weinig gemeen, maar hun onvoorwaardelijke liefde heb je wel. Koester dat. En weet dat, als je je jarenlang niet laat zien, dat onvoorwaardelijke voorwaardelijk wordt. Ze zijn niet onnozel. Het werkt in twee richtingen.”
Ik probeer nog één keer met mijn dochters op reis te gaan. Het gaat niet meer lukken. Ze slaan die bladzijde om, worden werkende mensen, keuzes maken, beperkte vakantiedagen. Ze stappen mee, willens nillens, en het is maar goed ook, in de mallemolen die het leven is. Familie staat al lang niet meer op nummer één. Dat is prima, alleen moeten de contacten wel blijven bewaakt.
Ik ken mensen, dichtbij, die met hun familie braken, in het geheel, of met een ouder of broer of zus. Ze hebben hun redenen en ik oordeel er verder niet over: miskenning, achteruitstelling, vernedering, koeioneren of zelfs ronduit psychisch terreur. Het moet verschrikkelijk zijn. Het omgekeerde kan ook: in de psychiatrie zie ik dagelijks mensen die door iedereen verlaten zijn, met ouders die puur uit overlevingsdrang hun kind de rug moèsten toekeren, omdat het hen, door middelenmisbruik of criminaliteit, simpelweg mee de dieperik in sleurde. Ik hoop dat ik nooit op dat punt moet komen. Dat ik tegen een van mijn dochters moet zeggen: tot hier en niet verder, bekijk het maar, je ging een stap te ver, bij mij hoef je niet meer te komen aankloppen.
Soms daagt de idee om alles eens achter mij te laten. Ik doe het vooralsnog niet. Er zijn nog te veel mensen voor wie ik er af en toe ‘moet zijn’. Het klinkt algauw als opoffering. Dat is het niet. Het is waarde.
Ik doe het elke keer als ik mijn moeder zie. Ik geef haar een kus, ik aai, een beetje dollend, kinderlijk haar wang, ze huivert ervan, en ik vraag: hoe was je dag? Als ze zegt ‘gewoon’ is het al lang goed. Ik maak me sterk dat ze blij is met haar drie zonen. Weten dat iemand aan je denkt is geen waardeloze compassie. Eenzame mensen kennen dat verschil maar al te goed: wanneer je vergeten bent ben je in feite al dood.
Vindt u deze blog wel wat hebben? Geef hem onderaan een hartje!
Delen op Facebook of Twitter kan ook: klik op de knop linksonder en klaar. Wilt u graag reageren? Dat kan beneden op deze pagina (opgelet: uw reactie is zichtbaar).
2023, 27 augustus, Leuven (Mechelsestraat, Les enfants terribles) (België). Foto: Bart Cloots. Modellen: Floris en Jules Cloots.
Uitgelezen? TELKENS ALS JE NAAR ONS KOMT, mijn single, blijft voor u onverminderd beschikbaar op Spotify, op YouTube of te koop in de iTunes Store (99 cent).
Kom ook kijken naar L'Amuse, een kamertoneel met mezelf e.a. in het gezellige Home Theater De Jonghe, Kampenhout. Beetje in het genre van (voor wie het wat zegt) Perfetti sconosciuti en Festen.
Tickets en info: https://ap.lc/FIxKW | Prijs: 12 euro | Donderdag 19 & vrijdag 20 oktober telkens om 20u | Zaterdag 21 oktober om 15u en 20u.
Commentaires